

Flor dirigeert Sjostakovitsj, Janáček en Martin
Ga naar bestellen
- Sjostakovitsj Feestouverture
- Sjostakovitsj Symfonie nr. 1
- Martin Ballade voor saxofoon en orkest
- Janáček Taras Bulba
Pagina delen
Met saxofoniste Eva van Grinsven
Eva van Grinsven soleert in de Saxofoonballade van Martin. Onder begeleiding van Claus Peter Flor trakteert Nederlands bekendste klassieke saxofoniste Muziekcentrum Enschede en Musis Arnhem op een waar pareltje! Ook hoor je Sjostakovitsj met de vrolijke Feestouverture en de gedurfde Eerste symfonie. Tot besluit speelt het orkest het onsterfelijke Taras Bulba van Janáček, naar de roman van de Oekraïnse schrijver Gogol.
Sjostakovitsj
Een dirigent met een indrukwekkende staat van dienst. Al meer dan veertig jaar timmert Claus Peter Flor met durf en vakmanschap aan de weg als orkestleider. Bij Phion is hij een regelmatig terugkerende gast op de bok. In de eerste helft van dit concert ligt de focus op Sjostakovitsj. Niet de sombere, geplaagde componist, maar een Sjostakovitsj die plezier heeft in het componeren. Zijn Feestouverture is één van de vrolijkste stukken uit zijn naoorlogse oeuvre. En al als student verbaasde hij zijn leraren van het conservatorium met zijn gedurfde Eerste symfonie als meesterproef voor zijn eindexamen. Een echte cum laude compositie.
Saxofoon
Ook Eva van Grinsven studeerde in 2008 cum laude af en is sindsdien één van de bekendste klassieke saxofonisten van ons land. Zij speelt de Saxofoonballade van Martin. Volgens haar ‘een bijzonder waardevol werk waarin de componist zijn voorgevoel verklankt door een onheilspellende klaagzang en een duivelse dans op de vulkaan.’ Het concert wordt besloten met Taras Bulba van Janáček, naar de historische roman van de Oekraïense schrijver Gogol. Het boek, waarin de held een van zijn zonen doodt vanwege verraad, zijn andere zoon op het schavot ziet sterven en vervolgens zelf de martelaarsdood sterft, is geliefd bij literatuurkenners en vele malen verfilmd. Het is uiteindelijk onsterfelijk geworden door de driedelige rapsodie van Janáček.